Beeldverbetering
Automatische beeldverbetering maakt verschillende aanpassingen aan de beeldgegevens om het uiterlijk van het beeld te verbeteren. De belangrijkste beeldverbeteringsstappen zijn belichtingscorrectie en kleurzweemcorrectie, die de helderheid en kleur van het hele beeld veranderen. Belichtingscorrectie wordt bijvoorbeeld gebruikt om onderbelichte beelden helderder te maken, zodat meer details zichtbaar worden. Kleurzweemcorrectie wordt gebruikt wanneer een foto bijvoorbeeld bij kunstlicht is genomen en een sterke gele zweem heeft. Goed belichte beelden met een goede witbalans hebben minder correctie nodig.
Deze globale correcties worden gevolgd door lokale beeldcorrecties. Zo worden donkere gebieden en schaduwen in het beeld helderder gemaakt om onderbelichte gezichten beter zichtbaar te maken tegen tegenlicht. Evenzo worden zeer heldere delen van het beeld, zoals witte wolken, iets donkerder gemaakt om de details te verbeteren. Op kleinere schaal worden ook lokale aanpassingen gedaan aan verschillende kleurvlakken, bijvoorbeeld om de huidtinten van verschillende gezichten mooier te doen uitkomen. Tenslotte kan ook de scherpte van een beeld enigszins worden aangepast, afhankelijk van het gebied van het beeld.
Afhankelijk van de beeldklasse kunnen andere beeldverbeteringen worden toegepast, zoals automatische rode-ogenreductie of ruisonderdrukking voor hooggevoelige beelden.
Hoewel veel correcties een kwestie van persoonlijke smaak zijn, zal het corrigeren van bijvoorbeeld belichting, kleurzweem en schaduwen in de meeste gevallen veel beelden die in hun oorspronkelijke staat onbevredigend zouden zijn, aanzienlijk verbeteren.
Beeldverbetering in- of uitschakelen?
Als je de afbeeldingen zelf hebt bewerkt in een fotobewerkingsprogramma, raden we je aan de beeldverbetering uit te schakelen. Als je geen beeldverbetering hebt uitgevoerd en de afbeeldingen rechtstreeks van je mobiele telefoon of camera komen, raden we altijd aan om beeldverbetering in te schakelen.
Zelfgemaakte PNG's & transparante PNG's
Als je PNG's gebruikt die je zelf hebt gemaakt en in de software hebt ingevoegd en die transparant zijn, raden we je aan altijd de beeldverbetering uit te schakelen, anders kun je ongewenste veranderingen in je PNG bestand krijgen.